De stad is gebouwd op een rots
midden in de
Causse de Gramat, een uitgestrekt
leisteenplateau en onderdeel van de
Causses du Quercy. Boven op de rots ligt een burcht.
Via een slingerend pad (of een lift voor de mindervaliden)
kan men het heiligdom bereiken, een reeks van kapellen met
fresco's en een kerk. Via een trap, waarin vele fossielen
van mariene herkomst zichtbaar zijn, komt men onderaan de
berg. Daar ligt het zeer toeristische stadje met zijn nauwe
straatjes.
De naam van deze heilige plaats is van het Occitaanse 'roc amator'; de rots van Amadour. Deze rots is in de vroege middeleeuwen uitgekozen door de kluizenaar Sint Amadour als woonplaats.
Rocamadour werd een zeer populaire bedevaartsplaats op de weg van Noord-Europa naar Santiago de Compostella.
Veel bekende mensen kwamen naar Rocamadour op pelgrimstocht, waaronder koning Lodewijk de Heilige en Hendrik III van Engeland die in Rocamadour op wonderbaarlijke wijze genezen zou zijn van een ziekte.
Naast de tombe van St. Amadour is de Zwarte Madonna van Rocamadour een belangrijke reden voor een pelgrimsbezoek.